zondag 23 januari 2011

Zonder e-nummers en conserveringsmiddelen



Als beginnende ondernemer werk je natuurlijk eerst je idee uit, je schrijft je in bij de Kamer van Koophandel, vraagt een BTW-nummer aan bij de belastingdienst en je zoekt een bank om je geldzaken te kunnen regelen. Het werkt net zoals met theepotten: als je op zoek bent naar een rode theepot met witte stippen ga je eens op zoek naar zo'n ding. In eerste instantie vind je hem niet, maar op een gegeven moment zie je overal van die dingen, in de speelgoedwinkel, bij de Blokker, in een kadoshop, bij je moeder thuis.

Zo werkt het ook met duurzame initiatieven. Opeens zag ik de Triodosbank. Ze waren me nooit eerder opgevallen die posters die er waarschijnlijk al een tijdje hangen. Waarschijnlijk ben ik er tientallen keren langsgelopen, maar was ik blind voor de boodschap. En nu vond ik er zomaar drie met geweldige teksten. Ik heb meteen een zakenrekening geopend. En niet alleen onderschrijf ik hun ideële standpunten, ook heb ik respect voor de snelheid en professionaliteit waarmee ik klant ben geworden. Fair Play!

zaterdag 22 januari 2011

Biovak deel 2: Pleidooi voor een Underground Biovak

De mestmachine die een heerlijke geur verspreidde.

Tsja, als je voor het eerst op zo'n vakbeurs als de Biovak loopt, dan is natuurlijk alles nieuw en interessant. Ik zoog dan ook het eerste uur alles op, van blokjes kaas tot witte aalbessensap uit Groningen tot het aroma van verse koffie en van mest van de enorme mestmachine die er stond. Pas na die eerste ronde ben ik echt gaan kijken en kwam ik meer in de buurt van wat ik zocht: catalogie van de verschillende biologische zaadhandelaren, verschillende vloeibare meststoffen en bodemverbeteraars, machines voor de kleine tuinbouw als de rolschoffel. Ik wist het bestaan van dat ding niet eens, maar hij lijkt me geweldig!

Nou ja, goed. Dit zijn de normale dingen die je kan gebruiken op het land, maar hoe zat het met het spul op het dak? De alternatieve vormen van landbouw? Waar zat de vernieuwing en de ontwikkeling? Ik zag toch met name de bekende namen als Demeter, Udea, Odin, Van Eigen Erf. Enerzijds is het wel logisch dat er weinig alternatieven waren, want groente telen op daken, al dan niet in aarde, of groente telen op water mag niet biologisch heten, omdat je geen contact hebt met de ondergrond. Logisch? Hmmm ja, misschien. Als je de grenzen gaat oprekken is wellicht het hek van de dam. Aan de andere kant is het ook wel de vraag hoe zulke producten wel mogen heten. Stel je kiest voor biologisch zaad, biologische, natuurlijke grond, biologische meststoffen en je teelt zo duurzaam mogelijk met gebruik van regenwater, zon en zonne-energie, compost etc, hoe zou je dat dan willen noemen?


Gadget van de WUR from de dakboerin on Vimeo.


Er waren wel wat alternatieve standhouders. Willem en Drees bijvoorbeeld waren er met hun lokale producten (80% biologisch) in de grote supermarktketens, Slow Food Zwolle en Raspberry Maxx. Een mooi ding was het verplaatsbare kippenhok, naar ik begreep geregeld door de studenten van de Warmonderhof, inclusief kippen. Een geweldige ontwikkeling natuurlijk voor initiatieven als Uit Je Eigen Stad met hun flexibele stadslandbouwinitiatieven.

Het verrijdbare kippenhok uit Duitsland
Ik heb er vast een paar gemist, maar dat leken me toch één van de weinige alternatieve vormen. Ik miste de kleine bedrijfjes die biologisch, ecologisch zijn of daar tegen aanschurken. Die bedrijfjes die nu als paddenstoelen uit de grond schieten, zoals ZTRDG, BioMadame, biobudget, LimiTee, de Groene Was, Puur Winkelen, de Vrije Koe, Nudge, GEOlution... en nog vele andere. Niet dat ze allemaal met landbouw te maken hebben, maar wel met biologisch. Initiatieven die hier misschien wel op hun plaats zouden zijn om de ontwikkeling van de Nederlandse landbouw en van de biologisch retail te laten zien in al zijn facetten. Om te laten zien bijvoorbeeld dat niet alleen agrariërs bezig zijn, maar ook steeds meer stadse mensen die iets met groenten, fruit, dieren en duurzaam en biologisch hebben. Van die ontwikkeling was een tipje van de sluier te zien. De vakbeurs is daar van oudsher misschien niet voor bedoeld. Het is natuurlijk al razendknap dat er zo'n beurs bestaat (en goed georganiseerd is) voor de biologische landbouw niche.

Maar toch, al lopende met hanekam •••;-) dacht ik weer even terug aan het artikel over trends, namelijk Punkfood dat het nu helemaal is. Dat is wat er een beetje ontbreekt, de rafelranden van het biologische. Het mag een beetje punkiër zijn, een beetje experimenteler. Ik pleit daarom voor een Underground Biovak in navolging van de Underground Boerenmarkt. Toch maar eens een mailtje wagen aan Sjoerd de Hoop.

dinsdag 18 januari 2011

Biovak en de stad, een onderzoek deel 1

Morgen start de Biovak, dé vakbeurs voor de biologische sector in Zwolle. Ik heb hier al goede verhalen van gehoord. Mijn eerste kennismaking met de Biovak was door een enthousiaste Friese boer die mede-organisator is: Sjoerd de Hoop (Biologische boerderij de Hoop). Vorig jaar logeerde ik in zijn prachtig duurzaam geïsoleerde Koetshuisje en leerde ik hem kennen. Maar ook op de opleiding Warmonderhof zijn ze enthousiast over de beurs. Deze heeft namelijk in tegenstelling tot de Duitse beurs ook echt oog voor het agrarische bedrijf met nieuwe mechanisatie, zaadveredeling, grondverbeteraars, enzovoort en niet alleen maar voor retail.

Tijdelijk visitekaartje van de Dakboerin. Huisstijl is nog in de ontwerpfase door Cargodesign
Mijn onderzoek donderdag gaat niet over de mechanisatie, maar over stadslandbouw. Ik ben nieuwsgierig of hier initiatieven te zien zijn en of ik mensen ontmoet die hier echt mee bezig zijn. Ik weet dat collega's van Uit je Eigen Stad er zijn, mensen van de Universiteit van Wageningen en de mensen van EcoErf uit Amersfoort waarschijnlijk, maar ik hoop op nieuwe initiatieven waar ik nog niet eerder van gehoord heb. En natuurlijk hoop ik zelf ook een beetje in het oog te lopen, vandaar mijn alternatieve visitekaartje. Wellicht valt het iemand op ;-).

maandag 17 januari 2011

Punkfood is het helemaal in 2011

Via het blog van Foodprint Den Haag, kwam ik op het artikel van foodtrendanalist Marjan Ippel op Talk in food over de trends in voedsel in 2011: Punkfood noemt ze het. Als Dakboerin voel ik me daarin aangesproken, omdat ik met mijn werkzaamheden in ga op een aantal principes zoals het Do-It-Yourself en de tegenbeweging tegen voedselgiganten. Er ontstaan volgens het blog allerlei underground voedselstromingen. Nou wil ik niet underground, maar juist het dak op, maar voel wel mee met deze trend. Het gaat er volgens mij met name om dat we niet door de industrie of de politiek ons moeten laten leiden, maar door ons eigen gevoel. Kleinschalig en onafhankelijk. Ik had geen idee dat dit punkfood heette. Misschien toch maar overwegen om de Dakboerin een hanekam te geven.•••:-)

 
"Punkfood of: de anarchokeuken. Net als fashion schuift food steeds meer op richting ethiek. Van imago-ondersteuning naar handelswijze. Om tegelijk de rafelranden ervan op te zoeken. Precies zoals punks deden in de jaren zeventig. Food=punk!

Als iets momenteel aan de hand is, dan wel dat food zijn eigen punkperiode beleeft. Met alle on the edge undergroundvarianten van dien. Zo is dé hit onder koffiebranders, Direct Trade, een mix van de typische punkverschijnselen DIY (Do It Yourself) en burgerlijke ongehoorzaamheid. En is stropen een nationale hobby onder foodies en chefs aan het worden. Jazeker, die rafelrand van rapen in de wilde natuur, de foodvariant van het bij punkkrakers geliefde proletarisch winkelen.

Overal in food geldt momenteel het punkadagium ‘Do It Yourself, make your own rules!’ Foodrules, in dit geval - om met Amerika’s eetgeweten Michael Pollan te spreken. Undergroundrestaurants en -boerenmarkten, secret eetclubs, geheime pekelgenootschappen, pop-up stores, speakeasies, Vinex-jagers... De lijst is oneindig. Maar de foodpunks hebben allen één ding gemeen: ze ageren tegen en willen zich niet meer onderwerpen aan de eetregels die door niet-wetende ambtenaren ergens 25-hoog in een ivoren kantoortoren zijn bedacht. En ze klagen de voedselgiganten aan die de afgelopen decennia het vertrouwen van de consument met voeten hebben getreden. En die de consument in plaats van een veilige thuishaven een tikkende tijdbom vol gifstoffen, transvetten en (dioxine- en andere) voedselschandalen hebben aangesmeerd.

In het hart van deze tegencultuur staan de kleinschalige, onafhankelijke (indie) foodproducenten die de hegemonie van de foodmoguls doorbreken door deze vastgeroeste overheidsondersteunde giganten te bypassen via social media als Twitter. Daar spreken ze hun eigen nichedoelgroepen gericht aan. Boven- zowel als ondergronds."

Lees verder op Talk in Food trends.

dinsdag 4 januari 2011

Even uitproberen: een bijna gratis raamtuin

Omdat het dak nog niet echt geschikt is om te verbouwen en ik de kriebels natuurlijk al wel kreeg, heb ik een alternatieve raamtuin gemaakt. Hoezo een alternatieve raamtuin zul je je afvragen, een raamtuin ís toch al alternatief. Dat is waar, maar ik heb weer een variatie gemaakt op de al bestaande raamtuin. Kijk hier maar eens in Groningen: Raamtuin en internationaal bestaat het nog langer: Windowfarm. Hier kan je vanaf $139,95 kan je een Kit kopen, een ingenieus systeem waarbij het water omhoog wordt gepompt en automatisch water wordt gegeven aan de planten. Prachtig natuurlijk!





Omdat ik nu liever mijn geld in de opstart van de Dakboerin steek ;-), dacht ik het anders te doen. Ik heb plastic bakjes verzameld uit mijn plastic afval en die heb ik afgewassen. De veiligheidsspeldjes, die ik altijd krijg bij een officiële hardloopevenementen, heb ik aan de zijkanten door de bakjes geprikt. Zo kan je de bakjes aan de touwen hangen, maar ze er ook weer makkelijk af kan halen om te oogsten. Het touw heb ik gekocht, evenals de labels, maar ook daar kan je natuurlijk gratis alternatieven voor bedenken als je materiaal bewaart en spaart. Alleen de zaadjes nog: mosterd, koriander, tuinkers, bietjes, spinazie, alfalfa, rucola. Allemaal kiemzaad voor extra wintervitaminen in de veldsla uit de koude kas.

In de touwtjes maak je lusjes waar de bakjes in gehangen worden. Bovenaan het venster maak je dan twee touwen vast, haak je de gevulde bakjes in de lusjes en maak je de touwen onderaan ook weer vast, zodat het stevig hangt. Let dus met het afknippen op dat je het touw lang genoeg maakt, want de bakjes moeten er nog tussen. Ook opletten dat je de lusjes op gelijke hoogte maakt, zodat ze niet al te scheef hangen. Wel zelf water geven met een plantenspuit.